Wetgeving; Bouwbesluit of BBL
Afhankelijk van wanneer de vergunning is verleend heeft men te maken met het Bouwbesluit 2012 (BB2012) of het Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL).
Regelgeving
In de volgende situatie heeft men te maken met zelfsluitende entreedeuren:
- Bij deuren in een inwendige scheidingsconstructie
- Tussen een (sub)brandcompartiment en besloten ruimten
- waarvoor een eis geldt met betrekking tot weerstand tegen branddoorslag
- (en eventueel brandoverslag) of rookdoorgang.
zoals beschreven in BB2012 artikel 6.26 lid 5 en BBL artikel 4.218 lid 4.
Vrij vertaald komt dit erop neer dat als de voordeur van een woning in een afgesloten ruimte uitkomt de voordeur voorzien moet zijn van een vrijloopdeurdranger die wordt aangestuurd door een rookmelder.
Dit is dus het geval bij een apartementencomplex waar men vanuit de woning niet op een open galerij stapt.
Ook bij transformaties projecten (een schoolgebouw of bedrijfsgebouw wordt omgebouwd naar woningen) heeft men vaak afgesloten gangen waar de woningen op uitkomen. Ook hier zijn dan vrijloopdeurdrangers geeist.
Eisen aan rookmelders
De NEN2555 stelt eisen aan rookmelders, betreffende de voeding, het type sensor en de montage van de rookmelder.
De NEN2555 norm geldt voor elk gebouw dat na 2009 is gebouwd of gerenoveerd. Rookmelders moeten op elke verdieping, hal, overloop of trapopgang worden aangebracht. Deze rookmelderplicht geldt voor elke woonlaag, inclusief bestaande bouw.
Rookmelders moeten voldoen aan de volgende eisen:
- Aansluiting op 230V (lichtnet)
- Back-up batterij (of accu)
- Gekeurd volgens NEN-EN 14604
- Optische sensor
- Koppelbaar (draadloos of bedraad)
Let op! De NEN2555 is geen certificaat voor de melder zelf en staat nooit op de melder vermeld. Het gaat uiteindelijk om de situatie waarin de rookmelders worden geplaatst.
Eisen aan zelfsluitendheid
BBL Artikel 4.218 (zelfsluitende constructieonderdelen)
1. Een beweegbaar constructieonderdeel in een inwendige scheidingsconstructie waarvoor een eis aan de weerstand tegen branddoorslag, weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag of weerstand tegen rookdoorgang geldt, is zelfsluitend.
2. Het eerste lid geldt niet voor een deur in een niet-gemeenschappelijke doorgang.
3. Het tweede lid geldt niet voor een deur in een gezamenlijke doorgang.
4. Een toegangsdeur van een woonfunctie is alleen zelfsluitend bij brand in de woonfunctie of het woongebouw waarin de woonfunctie is gelegen.
5. Het eerste lid geldt niet voor een deur van een celeenheid.
Praktische vertaling
In een woongebouw met voordeuren die uitkomen op een gemeenschappelijke gang (bijvoorbeeld een flatgebouw), moeten deze voordeuren zelfsluitend zijn.
Dit is noodzakelijk om bij brand rookverspreiding te voorkomen en een veilige vluchtweg te garanderen.
De deur is alleen zelfsluitend bij brand. Een "normale" deurdranger voldoet dus niet. Een vrijloopdeurdranger wel.